Besluit aanwijzing bezwaarschriften tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2017 als massaal bezwaar
3 Overige uitvoeringsaspecten
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 07-07-2018
- Bronpublicatie:
07-07-2018, Stcrt. 2018, 39781 (uitgifte: 13-07-2018, regelingnummer: 2018-12775)
- Inwerkingtreding
14-07-2018, terugwerkend tot: 07-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2018, Stcrt. 2018, 39781 (uitgifte: 13-07-2018, regelingnummer: 2018-12775)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
In overleg met de Bond voor Belastingbetalers en een representatieve vertegenwoordiging van de betrokken fiscaal intermediairs zal een klein aantal bezwaarschriften worden geselecteerd met het oog op de beantwoording van de rechtsvraag door de administratieve rechter in belastingzaken.
Als het standpunt van belastingplichtigen over de rechtsvraag in de geselecteerde bezwaarschriften bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak geheel is afgewezen, doet de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen/Particulieren, dienstverlening en bezwaar binnen zes weken een collectieve uitspraak op bezwaar conform artikel 25e AWR.
Als een bezwaarschrift (mede) ziet op andere geschilpunten, niet betreffende de vermogensrendementsheffing, doet de inspecteur het bezwaar op die punten individueel af. Ook in dat geval wordt de definitieve aanslag herzien op het punt van de rechtsvraag, als de Belastingdienst niet geheel in het gelijk wordt gesteld. Als een belastingplichtige van mening is dat in zijn geval de vermogensrendementsheffing een individuele en excessieve last vormt die in strijd is met de ‘fair balance’, kan hij niet deelnemen aan de massaalbezwaarprocedure. Deze belastingplichtige moet dan een individueel bezwaarschrift indienen dat voldoet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht.