Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit kinderopvang
Artikel 3 Pedagogisch beleid
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2024
- Bronpublicatie:
24-01-2024, Stb. 2024, 8 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2024, Stb. 2024, 9 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Jeugdbeleid / Kinderopvang
1.
Elk kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld.
2.
Een pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van:
- a.
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2;
- b.
de wijze waarop de ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd en daarbij naar een doorlopende ontwikkellijn met het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang wordt gestreefd, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de wijze waarop:
- 1°
met toestemming van de ouders kennis over de ontwikkeling van het kind wordt overgedragen aan de school bij de overgang van het kind naar het basisonderwijs en aan de buitenschoolse opvang bij de overgang van het kind naar de buitenschoolse opvang, en
- 2°
bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning;
- c.
de wijze waarop de mentor, bedoeld in artikel 9, elfde lid, de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind;
- d.
de werkwijze, maximale omvang, leeftijdsopbouw van de stamgroepen alsmede de wijze waarop, in ieder geval door middel van personele inzet, wordt voldaan aan artikel 7, tweede lid; en
- e.
de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
3.
Indien van toepassing bevat het pedagogisch beleidsplan, in aanvulling op het tweede lid, tevens een concrete beschrijving van:
- a.
de kaders waarbinnen met inachtneming van artikel 7, vierde lid, verantwoord afgeweken kan worden van de personele inzet, bedoeld in artikel 7, tweede lid;
- b.
de aard en de organisatie van de activiteiten waarbij kinderen de stamgroep of de stamgroepruimte kunnen verlaten;
- c.
het beleid ten aanzien van het gebruik kunnen maken van dagopvang gedurende extra dagdelen;
- d.
de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de dagopvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid;
- e.
de wijze waarop bij toepassing van artikel 9a de emotionele veiligheid van en stabiliteit voor de betreffende kinderen wordt geborgd; en
- f.
de wijze waarop meertalige kinderopvang in het kindercentrum wordt vormgegeven, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op:
- 1°
het percentage van de openingstijd per dag dat de Duitse, Engelse of Franse en de Nederlandse taal als voertaal worden gebruikt op een stamgroep, de wijze waarop invulling wordt gegeven aan die percentages en hoe hiermee de taalontwikkeling die het kindercentrum beoogt te bereiken wordt nagestreefd;
- 2°
het borgen van de emotionele veiligheid van en de stabiliteit voor het kind;
- 3°
de wijze waarop de houder het personeelsbestand vormgeeft om te kunnen voldoen aan de percentages, bedoeld in subonderdeel 1°, en de wijze waarop vervanging is geregeld bij afwezigheid van de beroepskrachten meertalige kinderopvang.