Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 92 Algemene bepalingen betreffende het attest van oorsprong
Geldend
Geldend vanaf 21-04-2018
- Bronpublicatie:
18-04-2018, PbEU 2018, L 101 (uitgifte: 20-04-2018, regelingnummer: 2018/604)
- Inwerkingtreding
21-04-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2018, PbEU 2018, L 101 (uitgifte: 20-04-2018, regelingnummer: 2018/604)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 64, lid 1, van het wetboek)
1.
Een attest van oorsprong kan worden opgesteld op het moment van uitvoer naar de Unie of wanneer de uitvoer naar de Unie is gewaarborgd.
Wanneer de betrokken producten worden beschouwd als van oorsprong uit het begunstigde land van uitvoer of uit een ander begunstigd land in overeenstemming met artikel 55, lid 4, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 of artikel 55, lid 6, tweede alinea, van die verordening, wordt het attest van oorsprong opgesteld door de exporteur in het begunstigde land van uitvoer.
2.
Een attest van oorsprong kan ook na uitvoer van de betrokken producten worden opgesteld (‘attest achteraf’). Een dergelijk attest van oorsprong achteraf is toegestaan indien dit ten laatste twee jaar na de invoer aan de douaneautoriteiten in de lidstaat waarin de douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen is ingediend, wordt overgelegd.
Wanneer een zending overeenkomstig artikel 43 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt gesplitst en op voorwaarde dat de in de eerste alinea genoemde uiterste termijn van twee jaar wordt nagekomen, kan het attest van oorsprong achteraf door de exporteur van het land van uitvoer van de producten worden opgesteld. Dit is van overeenkomstige toepassing indien de splitsing van een zending plaatsvindt in een ander begunstigd land of in Noorwegen, Zwitserland of Turkije.
3.
Het attest van oorsprong wordt door de exporteur afgegeven aan zijn afnemer in de Unie en bevat de in bijlage 22-07 vermelde gegevens. Het wordt in het Engels, het Frans of het Spaans opgesteld.
Het kan op elk handelsdocument worden opgesteld waaruit de identiteit van de betrokken exporteur blijkt en waaruit blijkt om welke goederen het gaat.
De exporteur is niet verplicht het attest van oorsprong te ondertekenen.
4.
De leden 1, 2, en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op:
- a)
attesten van oorsprong die in de Unie zijn opgesteld in het kader van bilaterale cumulatie als bedoeld in artikel 53 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446;
- b)
attesten van oorsprong van goederen die zijn uitgevoerd naar een begunstigd land van de SAP-stelsels van Noorwegen, Zwitserland of Turkije in het kader van cumulatie met materialen van oorsprong uit de Unie.