Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 345/2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-03-2018. Deze wijziging is niet van toepassing op bestaande bestuurders met betrekking tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die bestaan op 01-03-2018 voor de op die datum resterende looptijd van die fondsen. Dergelijke beheerders moeten ervoor zorgen dat zij te allen tijde kunnen aantonen dat hun eigen vermogen toereikend is om de operationele continuïteit te handhaven.
- Bronpublicatie:
25-10-2017, PbEU 2017, L 293 (uitgifte: 10-11-2017, regelingnummer: 2017/1991)
- Inwerkingtreding
30-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2017, PbEU 2017, L 293 (uitgifte: 10-11-2017, regelingnummer: 2017/1991)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben te allen tijde voldoende eigen vermogen en wenden te allen tijde toereikende en passende personele en technische middelen aan als nodig zijn om de door hen beheerde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen naar behoren te beheren.
2.
Zowel intern beheerde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen als externe beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beschikken over een aanvangskapitaal van 50 000 EUR.
3.
Het eigen vermogen bedraagt te allen tijde minstens een achtste van de overheadkosten van de beheerder gedurende het voorafgaande jaar. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan dat vereiste aanpassen indien er zich sinds het voorgaande jaar een materiële wijziging in de werkzaamheden van de beheerder heeft voorgedaan. Indien de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds geen volledig boekjaar heeft voltooid, bedraagt het vereiste een achtste van de overheadkosten die volgens zijn bedrijfsplan te verwachten zijn, tenzij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst eist dat het bedrijfsplan wordt aangepast.
4.
Indien de waarde van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat door de beheerder wordt beheerd, hoger is dan 250 000 000 EUR, verschaft de beheerder een extra bedrag aan eigen vermogen. Dat extra bedrag is gelijk aan 0,02 % van het bedrag waarmee de totale waarde van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds 250 000 000 EUR te boven gaat.
5.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds toestaan niet te voorzien in maximaal 50 % van het in lid 4 bedoelde extra bedrag aan eigen vermogen indien die beheerder voor hetzelfde bedrag een garantie geniet van een kredietinstelling of een verzekeringsonderneming waarvan de statutaire zetel gelegen is in een lidstaat of in een derde land waar de kredietinstelling of verzekeringsonderneming onderworpen is aan prudentiële regels die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit van de lidstaten van herkomst gelijkwaardig zijn aan die welke in het Unierecht zijn vastgesteld.
6.
Het eigen vermogen wordt belegd in liquide middelen of in activa die op korte termijn direct in contant geld kunnen worden omgezet en omvat geen speculatieve posities.