Einde inhoudsopgave
Advocatenwet
Artikel 48b [Bijzondere voorwaarden bij oplegging maatregelen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
01-10-2014, Stb. 2014, 354 (uitgifte: 15-10-2014, kamerstukken: 32382)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-2014, Stb. 2014, 429 (uitgifte: 14-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Bij de oplegging van de in artikel 48, tweede lid, genoemde maatregelen kan de raad van discipline, in afwijking van artikel 48a, eerste lid, als bijzondere voorwaarde stellen dat de betrokken advocaat geheel of gedeeltelijk de door hem veroorzaakte schade tot een door de raad vast te stellen bedrag van ten hoogste € 5.000 vergoedt binnen een door de raad te bepalen termijn, korter dan de proeftijd, en op een door de raad te bepalen wijze.
2.
Bovendien is de raad van discipline bevoegd bij de beslissing ook andere bijzondere voorwaarden, de praktijkbeoefening van de betrokken advocaat gedurende de proeftijd of een bij de beslissing te bepalen gedeelte daarvan betreffende, te stellen.