Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 47 [Gedragstoezicht financiële ondernemingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 62853 (uitgifte: 03-12-2020, regelingnummer: 2020-229579)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 62853 (uitgifte: 03-12-2020, regelingnummer: 2020-229579)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Van het ingevolge het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de wet bepaalde zijn vrijgesteld:
- a.
bemiddelaars voorzover zij bemiddelen in beleggingsobjecten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a;
- b.
bemiddelaars in krediet als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen b en c;
- c.
bemiddelaars voorzover zij bemiddelen in verzekeringen aan:
- 1°
rechtspersonen waarin zij deelnemen;
- 2°
vennootschappen waarvan zij vennoot zijn; of
- 3°
rechtspersonen of vennootschappen waarin of waarvan andere rechtspersonen of vennootschappen waarmee zij in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur zijn verbonden, deelnemen onderscheidenlijk vennoot zijn;
- d.
bemiddelaars in verzekeringen als bedoeld in artikel 7, aanhef en onderdeel c;
- e.
bemiddelaars in verzekeringen als bedoeld in artikel 7, aanhef en onderdeel a;
- f.
gemeenten voorzover zij bemiddelen in zorgverzekeringen of ziektekostenverzekeringen ter aanvulling van een zorgverzekering tussen financiëledienstverleners en consumenten van wie het inkomen niet meer dan 130 procent van de relevante bijstandnorm als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Participatiewet bedraagt;
- g.
gemeenten als bedoeld in onderdeel f voorzover zij adviseren over de verzekering waarin zij bemiddelen;
- h.
bewindvoerders als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel j;
- i.
curatoren als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel k.
2.
Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is slechts van toepassing voorzover de desbetreffende bemiddelaar in reclame-uitingen en documenten waarin een aanbod van het beleggingsobject in het vooruitzicht wordt gesteld vermeldt dat hij voor het bemiddelen in het beleggingsobject niet onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten.
3.
Het eerste lid, aanhef en onderdeel e, is niet van toepassing ten aanzien van artikel 4:104 van de wet.
4.
De vrijstelling ingevolge het eerste lid, aanhef en onderdeel d, is niet van toepassing op de artikelen 4:19, tweede en derde lid, 4:20, eerste lid, 4:22a, 4:24a, 4:75a van de wet en de artikelen 28, 63a en 65b, tweede lid, van het besluit.
5.
Een bemiddelaar in verzekeringen als bedoeld in artikel 7, aanhef en onderdeel c, verstrekt de cliënt voorafgaand aan de overeenkomst informatie over de identiteit en het adres van de verzekeraar of bemiddelaar in verzekeringen waarvoor de bemiddelaar bemiddelt en over de procedure om een klacht in te dienen.