Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen
Artikel 37 Verslaglegging
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/851)
- Inwerkingtreding
04-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/851)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten rapporteren de gegevens betreffende de uitvoering van artikel 11, lid 2, onder a) tot en met e), en in artikel 11, lid 3, voor elk kalenderjaar aan de Commissie.
Zij rapporteren de gegevens via elektronische weg binnen 18 maanden na afloop van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld. De gegevens worden gerapporteerd in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 7 van dit artikel is vastgesteld.
De eerste verslagperiode vangt aan in het eerste volledige kalenderjaar na de vaststelling van de uitvoeringshandeling waarin overeenkomstig lid 7 van dit artikel de vorm voor de verslaglegging is vastgesteld.
2.
Met het oog op de verificatie van de naleving van artikel 11, lid 2, onder b), rapporteren de lidstaten de hoeveelheid afval die is gebruikt voor opvulling en andere handelingen voor materiaalterugwinning apart van de hoeveelheid afval die is voorbereid voor hergebruik of gerecycleerd. De lidstaten rapporteren de herverwerking van afval tot materialen die bestemd zijn om voor opvulling te worden gebruikt, als opvulling.
Met het oog op de verificatie van de naleving van artikel 11, lid 2, onder c), d) en e), en artikel 11, lid 3, rapporteren de lidstaten de hoeveelheid afval die is voorbereid voor hergebruik apart van de hoeveelheid afval die is gerecycleerd.
3.
De lidstaten rapporteren de gegevens betreffende de uitvoering van artikel 9, leden 4 en 5, jaarlijks aan de Commissie.
Zij rapporteren deze gegevens via elektronische weg binnen 18 maanden na afloop van de verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld. De gegevens worden gerapporteerd in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 7 van dit artikel is vastgesteld.
De eerste verslagperiode vangt aan in het eerste volledige kalenderjaar na de vaststelling van de uitvoeringshandeling waarin overeenkomstig lid 7 van dit artikel de vorm voor de verslaglegging is vastgesteld.
4.
De lidstaten rapporteren de gegevens over minerale of synthetische smeer- of industriële olie die in de handel worden gebracht en over gescheiden ingezamelde en verwerkte afgewerkte olie voor elk kalenderjaar aan de Commissie.
Zij rapporteren deze gegevens via elektronische weg binnen 18 maanden na afloop van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld. De lidstaten rapporteren de gegevens in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 7 is vastgesteld.
De eerste verslagperiode vangt aan in het eerste volledige kalenderjaar na de vaststelling van de uitvoeringshandeling waarin overeenkomstig lid 7 de vorm voor de verslaglegging is vastgesteld.
5.
De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel gerapporteerde gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag en een verslag over de maatregelen die krachtens artikel 11 bis, leden 3 en 8, zijn genomen, met gedetailleerde informatie over de gemiddelde verliespercentages, indien van toepassing. Deze informatie wordt gerapporteerd in de vorm voor de verslaglegging die door de Commissie in overeenstemming met lid 7 van dit artikel is vastgesteld.
6.
De Commissie evalueert de overeenkomstig dit artikel gerapporteerde gegevens en publiceert een verslag over de resultaten van de evaluatie ervan. Het verslag bevat een beoordeling van de organisatie van de gegevensverzameling, de bronnen van de gegevens en de in de lidstaten gebruikte methodologie alsmede van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van die gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering bevatten. Het verslag wordt opgesteld na de eerste rapportage over de gegevens door de lidstaten en vervolgens om de vier jaar.
7.
De Commissie stelt uiterlijk 31 maart 2019 uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de vorm voor het rapporteren van de gegevens bedoeld in de leden 1, 3, 4 en 5 van dit artikel. Voor de verslaglegging over de tenuitvoerlegging van artikel 11, lid 2, onder a) en b), maken de lidstaten gebruik van de vorm die is vastgesteld overeenkomstig het Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 18 april 2012 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen. Voor de verslaglegging over voedselafval wordt bij het ontwikkelen van de vorm van verslaglegging rekening gehouden met de krachtens artikel 9, lid 8 ontwikkelde methode. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 39, lid 2, van deze richtlijn bedoelde onderzoeksprocedure.