Einde inhoudsopgave
Visserijwet 1963
Artikel 47
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
25-10-1989, Stb. 1989, 490 jo Stb. 1991, 607 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
25-10-1989, Stb. 1989, 490 jo Stb. 1991, 607 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19077 Overheid.nl: 19077)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1990, Stb. 1990, 90 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Wij benoemen en ontslaan de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de leden, de secretaris alsmede de plaatsvervangende secretarissen.
2.
Van de leden wordt een derde benoemd op voordracht van de door Ons aangewezen organisaties van beroepsvissers en een derde op voordracht van de door Ons aangewezen organisaties van sportvissers. De overige leden worden benoemd op voordracht van de door Ons aangewezen organisaties, welke geacht kunnen worden de eigenaren van en de beperkt gerechtigden op de grond onder het viswater te vertegenwoordigen.
De voordrachten bevatten een dubbeltal voor ieder te benoemen lid.
3.
Wij bepalen het aantal leden, waarvoor elke door Ons aangewezen organisatie voordrachten kan indienen.
4.
De leden worden benoemd voor de tijd van vijf jaren. Zij zijn bij hun aftreden weer benoembaar. Op eigen verzoek kunnen zij door Ons worden ontslagen.
5.
De in het eerste lid bedoelde personen worden voor de aanvang hunner bediening beëdigd.
6.
Bij het bereiken van de ouderdom van zeventig jaren wordt aan de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en de leden ontslag verleend met ingang van de eerstvolgende maand.