Visserijwet 1963
Einde inhoudsopgave
Visserijwet 1963:Artikel 46
Visserijwet 1963
Artikel 46
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-09-1999
- Bronpublicatie:
26-06-1998, Stb. 1998, 449 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 25795)
- Inwerkingtreding
01-09-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1998, Stb. 1998, 698 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De Kamer bestaat uit een voorzitter en ten minste zes en ten hoogste negen leden. Zij wordt bijgestaan door een secretaris.
2.
Er kunnen een plaatsvervangende voorzitter en een of meer plaatsvervangende secretarissen worden benoemd.
3.
Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter en van de plaatsvervangende voorzitter treedt het oudste lid als waarnemend voorzitter op.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.