Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Bussen en touringcars die worden gebruikt voor het onder deze overeenkomst vallende vervoer, zijn vrijgesteld van alle verkeersbelastingen en heffingen op het rijden met of het bezit van voertuigen, en van alle andere bijzondere belastingen of heffingen op vervoersactiviteiten op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partijen.
Bussen en touringcars zijn niet vrijgesteld van belastingen of heffingen op motorbrandstof, van BTW op vervoerdiensten, of van tol en gebruiksrechten voor infrastructuur.
2.
De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat tolgelden en alle andere vormen van gebruiksrechten niet tegelijkertijd kunnen worden geheven voor het gebruik van een enkel wegtraject. De overeenkomstsluitende partijen mogen op wegennetten waar gebruiksrechten gelden echter ook tol heffen voor het gebruik van bruggen, tunnels en bergpassen.
3.
De brandstof voor bussen en touringcars die zich bevindt in de brandstoftanks die door de fabrikant voor dit doel zijn aangebracht, met een maximum van 600 liter, alsmede de smeermiddelen die voor het gebruik van de bussen en touringcars noodzakelijk zijn, zijn vrijgesteld van invoerrechten en alle andere heffingen en betalingen die in andere overeenkomstsluitende partijen worden toegepast.
4.
Het Gemengd Comité van artikel 23 zal een lijst opstellen van de belastingen op het vervoer van personen per bus of touringcar die in elke overeenkomstsluitende partij worden geheven. Deze lijst geeft aan welke onder de bepalingen van lid 1, eerste alinea, van dit artikel vallende belastingen alleen kunnen worden geheven in de overeenkomstsluitende partij waar het voertuig is geregistreerd. Voorts geeft de lijst aan welke onder de bepalingen van lid 1, tweede alinea, van dit artikel vallende belastingen kunnen worden geheven in andere overeenkomstsluitende partijen dan die waar het voertuig is geregistreerd. Overeenkomstsluitende partijen die een in de genoemde lijst opgenomen belasting vervangen door een andere belasting van dezelfde of andere aard, stellen het Gemengd Comité daarvan op de hoogte zodat de noodzakelijke wijzigingen kunnen worden aangebracht.
5.
Ingevoerde reserveonderdelen en gereedschap voor reparaties aan een beschadigde bus of touringcar die tijdens het verrichten van internationaal vervoer defect raakt, zijn op het moment van invoer op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij vrijgesteld van douanerechten en alle belastingen en heffingen, onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de nationale voorschriften betreffende de tijdelijke invoer van dergelijke goederen. De onderdelen die worden vervangen, moeten weer worden uitgevoerd of onder toezicht van de douane-instanties van de andere overeenkomstsluitende partij worden vernietigd.