Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Zie ook het Besluit 2002/917/EG sluiting Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst).
- Bronpublicatie:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Wegvervoer
Overeenkomst van 30 juni 2001
DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN:
GELET op de wens om de ontwikkeling van het internationaal vervoer in Europa te bevorderen en met name de organisatie en exploitatie daarvan te vergemakkelijken,
GELET op de wens om het toerisme en de culturele uitwisseling tussen de overeenkomstsluitende partijen te vergemakkelijken,
OVERWEGENDE dat de overeenkomst inzake het internationaal personenvervoer over de weg in het kader van ongeregelde touringcar- en busdiensten (Agreement on the international Carriage of Passengers by Road by means of Occasional Coach and Bus Services) — (ASOR), die op 26 mei 1982 te Dublin is ondertekend, geen ruimte biedt voor de toetreding van nieuwe partijen;
OVERWEGENDE dat de in het kader van die overeenkomst opgedane ervaring en tot stand gebrachte liberalisering moeten worden behouden;
OVERWEGENDE dat het wenselijk is om te voorzien in een geharmoniseerde liberalisering van bepaald ongeregeld internationaal vervoer met touringcars en met autobussen en de transitoritten daarvan;
OVERWEGENDE dat moet worden voorzien in bepaalde geharmoniseerde procedurele voorschriften voor niet-geliberaliseerd ongeregeld internationaal vervoer, waarvoor momenteel nog een vergunning vereist is;
OVERWEGENDE dat moet worden gezorgd voor een hoge mate van harmonisatie van de technische voorwaarden die gelden voor autobussen en touringcars waarmee ongeregeld internationaal vervoer tussen overeenkomstsluitende partijen wordt verricht, teneinde de verkeersveiligheid en de milieubescherming te verbeteren;
OVERWEGENDE dat de overeenkomstsluitende partijen uniforme maatregelen moeten toepassen met betrekking tot de werkzaamheden van de bemanning van autobussen en touringcars die betrokken zijn bij internationaal wegvervoer;
OVERWEGENDE dat het wenselijk is dat de voorwaarden voor toegang tot het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg worden geharmoniseerd;
OVERWEGENDE dat het beginsel dat niet mag worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit of vestigingsplaats van de vervoerondernemer, noch op grond van herkomst of bestemming van bus of touringcar, moet worden beschouwd als een basisvoorwaarde voor het verrichten van internationaal vervoer;
OVERWEGENDE dat moet worden voorzien in uniforme modellen voor vervoerdocumenten zoals het controleformulier voor geliberaliseerde ongeregelde diensten en de vergunning en het aanvraagformulier voor niet-geliberaliseerde diensten, teneinde de controleprocedures te vergemakkelijken en te vereenvoudigen;
OVERWEGENDE dat bepaalde geharmoniseerde maatregelen moeten worden genomen met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomst, met name wat de controleprocedures, de sancties en de wederzijdse bijstand betreft;
OVERWEGENDE dat er bepaalde procedures moeten worden vastgesteld voor het beheer van de overeenkomst, teneinde voor een goede uitvoering te zorgen en een aantal aanpassingen van de technische bijlagen mogelijk te maken;
OVERWEGENDE dat de overeenkomst open moet staan voor toetreding van toekomstige leden van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (CEMT) en bepaalde andere Europese landen;
HEBBEN BESLOTEN uniforme regels vast te stellen voor het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Verdragpartijgroep