Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's
Artikel 12 Wetenschappelijk adviescomité
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2176)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2176)
- Vakgebied(en)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Het wetenschappelijk adviescomité bestaat uit de voorzitter van het technisch adviescomité en 15 deskundigen die beschikken over brede ervaring, vaardigheden en kennis met betrekking tot alle relevante sectoren van de financiële markt, die worden voorgesteld door het stuurcomité en goedgekeurd door de algemene raad voor een verlengbare ambtstermijn van vier jaar. De kandidaten zijn geen lid van de ESA’s en worden gekozen op basis van hun algemene deskundigheid, alsmede op basis van hun diverse ervaring op academisch gebied of in andere sectoren, met name in kleine en middelgrote ondernemingen of vakbonden, of als verstrekkers of afnemers van financiële diensten.
2.
De voorzitter en de twee vicevoorzitters van het wetenschappelijk adviescomité worden op voorstel van de voorzitter van het ESRB door de algemene raad aangesteld en beschikken elk over een hoog kennis- en ervaringsniveau, bijvoorbeeld via een relevante academische en professionele achtergrond op het gebied van het bankwezen, de effectenmarkten of verzekeringen en bedrijfspensioenen. De rol van voorzitter van het wetenschappelijk adviescomité wordt afwisselend door deze drie personen bekleed.
3.
Het wetenschappelijk adviescomité verleent overeenkomstig artikel 4, lid 5, advies en bijstand aan het ESRB, op verzoek van de voorzitter of de algemene raad van het ESRB.
4.
Het secretariaat van het ESRB ondersteunt de werkzaamheden van het wetenschappelijk adviescomité en het hoofd van het secretariaat neemt aan de vergaderingen deel.
5.
Waar passend pleegt het wetenschappelijk adviescomité in een vroeg stadium overleg met belanghebbenden zoals marktdeelnemers, consumentenorganisaties en academische deskundigen, waarbij openheid en transparantie worden nagestreefd, tegelijkertijd rekening houdend met het vereiste van vertrouwelijkheid. Het overleg wordt op zo breed mogelijke schaal gepleegd, ter waarborging van een inclusieve benadering ten aanzien van alle geïnteresseerde partijen en relevante financiële sectoren, en de belanghebbenden krijgen een redelijke termijn om te reageren.
6.
Het wetenschappelijk adviescomité krijgt de beschikking over de nodige middelen om zijn taken succesvol af te ronden.