Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2160/2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers
Artikel 10 Invoer uit derde landen
Geldend
Geldend vanaf 07-08-2009
- Bronpublicatie:
18-06-2009, PbEU 2009, L 188 (uitgifte: 18-07-2009, regelingnummer: 596/2009)
- Inwerkingtreding
07-08-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2009, PbEU 2009, L 188 (uitgifte: 18-07-2009, regelingnummer: 596/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Met ingang van de in bijlage I, kolom 5, aangegeven data hangt de toelating of handhaving op de in de communautaire regelgeving opgenomen lijsten van derde landen voor de betrokken diersoort of categorie, waaruit de lidstaten de onder deze verordening vallende dieren of broedeieren mogen invoeren, af van de indiening door het betrokken derde land bij de Commissie van een programma dat gelijkwaardig is aan de in artikel 5 bedoelde programma's en van de goedkeuring ervan overeenkomstig dit artikel. Het programma dient bijzonderheden te verstrekken over de door het betrokken land geboden garanties ten aanzien van inspecties en controles inzake zoönoses en zoönoseverwekkers. Die garanties moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan de door deze verordening geboden garanties. Het Voedsel- en Veterinair Bureau van de Commissie wordt nauw betrokken bij het verifiëren van het bestaan van gelijkwaardige bestrijdingsprogramma's in derde landen.
2.
Deze programma's worden goedgekeurd volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure, op voorwaarde dat de gelijkwaardigheid van de in het kader van het programma beschreven maatregelen en de toepasselijke voorschriften uit hoofde van de communautaire wetgeving objectief aangetoond wordt. Andere dan de bij deze verordening vastgestelde garanties kunnen volgens dezelfde procedure worden toegestaan, op voorwaarde dat zij niet gunstiger zijn dan die welke gelden voor het intracommunautaire handelsverkeer.
3.
Voor derde landen waarmee een regelmatig handelsverkeer bestaat, is het bepaalde in artikel 5, lid 7, en artikel 6, lid 1, betreffende de termijnen voor de indiening en goedkeuring van de programma's van toepassing. Voor derde landen waarmee het handelsverkeer pas tot stand gebracht is of hervat, gelden de termijnen van artikel 6.
4.
Koppels en beslagen van oorsprong van de in bijlage I, tweede kolom, genoemde diersoorten worden onderzocht, voordat de levende dieren of broedeieren uit het levensmiddelenbedrijf van herkomst worden verzonden. De koppels en beslagen worden onderzocht op de in bijlage I, kolom 1, vermelde zoönoses en zoönoseverwekkers, of, indien dat nodig is om de in lid 1 bedoelde gelijkwaardige garanties te waarborgen, op de zoönoses en zoönoseverwekkers die worden bepaald volgens de procedure van artikel 14, lid 2. De datum en het resultaat van het onderzoek worden op de betrokken invoercertificaten vermeld; de modellen daarvoor in de communautaire regelgeving zullen dienovereenkomstig worden gewijzigd.
5.
De lidstaat van bestemming kan volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden toegestaan om gedurende een overgangsperiode te eisen dat de resultaten van de in lid 4 van onderhavig artikel bedoelde tests aan dezelfde criteria voldoen als die welke de lidstaat in zijn eigen programma overeenkomstig artikel 5, lid 5, heeft vastgesteld. De toestemming kan worden ingetrokken en onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 6, kunnen door de Commissie specifieke voorschriften worden vastgesteld betreffende het vaststellen van dergelijke criteria. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 14, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
6.
De toelating of handhaving op de in de communautaire regelgeving opgenomen lijsten van derde landen voor de betrokken productcategorie waaruit de lidstaten de onder deze verordening vallende producten mogen invoeren, hangt af van de verstrekking door het betrokken derde land aan de Commissie van garanties die gelijkwaardig zijn aan de door deze verordening geboden garanties.