Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk
Artikel 105 Voortzetting van de procedure
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Inwerkingtreding
06-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
Wanneer de aanvrager of de houder van een Uniemerk of een andere partij in een procedure voor het Bureau tegenover het Bureau verzuimd heeft een termijn in acht te nemen, kan de procedure op diens verzoek worden voortgezet, op voorwaarde dat bij dit verzoek de verzuimde handeling alsnog wordt verricht. Het verzoek tot voortzetting van de procedure is alleen ontvankelijk wanneer het binnen twee maanden na het verstrijken van de niet in acht genomen termijn wordt ingediend. Het verzoek wordt pas geacht te zijn ingediend nadat een taks voor voortzetting van de procedure is betaald.
2.
Dit artikel is niet van toepassing op de termijnen bedoeld in artikel 32, artikel 34, lid 1, artikel 38, lid 1, artikel 41, lid 2, artikel 46, leden 1 en 3, artikel 53, lid 3, artikel 68, artikel 72, lid 5, artikel 104, lid 2, en artikel 139, noch op de in lid 1 van dit artikel bedoelde termijnen of op de termijn voor het inroepen van anciënniteit op grond van artikel 39 na indiening van de aanvraag.
3.
Over het verzoek wordt beslist door de instantie die beslissingsbevoegdheid heeft ten aanzien van de verzuimde handeling.
4.
Indien het Bureau het verzoek inwilligt, worden de gevolgen van de niet-nakoming van de termijn geacht zich niet te hebben voorgedaan. Indien een beslissing is genomen tussen het einde van die termijn en het verzoek tot voortzetting van de procedure, heroverweegt de dienst die bevoegd is voor de beslissing inzake de niet verrichte handeling, zijn beslissing en neemt hij een andere beslissing wanneer het voldoende is de niet verrichte handeling aan te vullen. Indien het Bureau na de heroverweging beslist dat de aanvankelijke beslissing niet moet worden gewijzigd, bevestigt het die beslissing schriftelijk.
5.
Wanneer het Bureau het verzoek afwijst, wordt de taks terugbetaald.