Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Artikel 147 Begeleidende documenten en register
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2013
- Bronpublicatie:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1308/2013)
- Inwerkingtreding
20-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1308/2013)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De wijnbouwproducten mogen binnen de Unie slechts met een officieel goedgekeurd begeleidend document in het verkeer worden gebracht.
2.
De natuurlijke of rechtspersonen of groepen van personen die voor de uitoefening van hun beroep houder van wijnbouwproducten zijn, met name producenten, bottelaars, verwerkers en handelaren, zijn verplicht registers van de in- en uitslag van de betrokken producten bij te houden.
3.
Teneinde het vervoer van wijnbouwproducten en de verificatie daarvan door de lidstaten te vergemakkelijken, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 227 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot:
- a)
de voorschriften betreffende het begeleidende document en het gebruik ervan;
- b)
de voorwaarden onder welke een begeleidend document moet worden beschouwd als een document dat een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding certificeert;
- c)
de verplichting tot het bijhouden van een register en het gebruik ervan;
- d)
het specificeren van de personen die verplicht zijn een register bij te houden en van de gevallen waarin van die verplichting kan worden afgeweken;
- e)
de transacties die in het register moeten worden opgenomen.
4.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin het volgende wordt vastgelegd:
- a)
voorschriften betreffende de samenstelling van de registers, de daarin op te nemen producten, de termijnen voor het opnemen van vermeldingen in de registers en het afsluiten van de registers;
- b)
maatregelen op grond waarvan de lidstaten het maximaal aanvaardbare percentage voor verliezen moeten bepalen;
- c)
algemene en overgangsbepalingen voor het bijhouden van de registers;
- d)
voorschriften betreffende de bewaringstermijn voor de begeleidende documenten en de registers.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 229, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.