Einde inhoudsopgave
Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Aanvullend Protocol Nr. 2 bij het Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Geldend
Geldend vanaf 30-09-1961
- Bronpublicatie:
14-12-1960, Trb. 1961, 60 (uitgifte: 07-06-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-1961, Trb. 1961, 125 (uitgifte: 01-01-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De Regeringen die het Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna genoemd de ‘Organisatie’) hebben ondertekend,
Zijn overeengekomen als volgt:
De Organisatie bezit rechtsbevoegdheid en de Organisatie, haar functionarissen en de vertegenwoordigers van de Leden bij de Organisatie genieten de volgende voorrechten, vrijstellingen en immuniteiten:
- a.
op het grondgebied van de Partijen bij het Verdrag nopens Europese Economische Samenwerking van 16 april 1948, de rechtsbevoegdheid, voorrechten, vrijstellingen en immuniteiten voorzien in Aanvullend Protocol Nr. I bij dat Verdrag;
- b.
in Canada, de rechtsbevoegdheid, voorrechten, vrijstellingen en immuniteiten voorzien in enige overeenkomst of regeling nopens rechtsbevoegdheid, voorrechten, vrijstellingen en immuniteiten tussen de Regering van Canada en de Organisatie;
- c.
in de Verenigde Staten, de rechtsbevoegdheid, voorrechten, vrijstellingen en immuniteiten krachtens de ‘International Organisations Immunities Act’ als bepaald in ‘Executive Order No. 10133’ van 27 juni 1950;
- d.
in alle andere landen, de rechtsbevoegdheid, voorrechten,
vrijstellingen en immuniteiten voorzien in enige overeenkomst of regeling nopens rechtsbevoegdheid, voorrechten, vrijstellingen en immuniteiten tussen de betrokken regering en de Organisatie.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te Parijs, de veertiende december 1960, in de Franse en de Engelse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in één exemplaar, dat zal worden nedergelegd bij de Regering van de Franse Republiek, die daarvan gewaarmerkte afschriften zal doen toekomen aan alle ondertekenende regeringen.