Einde inhoudsopgave
Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 30-09-1961
- Bronpublicatie:
14-12-1960, Trb. 1961, 60 (uitgifte: 07-06-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-1961, Trb. 1961, 125 (uitgifte: 01-01-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit Verdrag dient door de ondertekenende regeringen te worden bekrachtigd of aanvaard in overeenstemming met hun onderscheidene grondwettelijke vereisten.
2.
De akten van bekrachtiging of aanvaarding worden nedergelegd bij de Regering van de Franse Republiek, die hierbij wordt aangewezen als depot-regering.
3.
Dit Verdrag treedt in werking:
- a.
hetzij vóór 30 september 1961, zodra alle ondertekenende regeringen hun akten van bekrachtiging of aanvaarding hebben nedergelegd;
- b.
hetzij op 30 september 1961 indien op die datum tenminste 15 ondertekenende regeringen bedoelde akten hebben nedergelegd, en wel ten aanzien van die regeringen; en vervolgens ten aanzien van iedere andere ondertekenende regering op de datum van nederlegging van haar akte van bekrachtiging of aanvaarding;
- c.
hetzij na 30 september 1961, doch uiterlijk twee jaar na de ondertekening van dit Verdrag, zodra 15 ondertekenende regeringen bedoelde akten hebben nedergelegd, en wel ten aanzien van die ondertekenende regeringen; en vervolgens ten aanzien van iedere andere ondertekenende regering op de datum van nederlegging van haar akte van bekrachtiging of aanvaarding.
4.
Iedere ondertekenende regering die op het ogenblik van inwerkingtreding van het Verdrag haar akte van bekrachtiging of aanvaarding niet heeft nedergelegd kan op tussen de Organisatie en die regering bij overeenkomst vast te stellen voorwaarden aan de werkzaamheden van de Organisatie deelnemen.