Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/89/EU tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning
Artikel 6 Minimumeisen voor maritieme ruimtelijke planning
Geldend
Geldend vanaf 17-09-2014
- Bronpublicatie:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 2014/89/EU)
- Inwerkingtreding
17-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 2014/89/EU)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Energierecht / Energieopwekking
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
1.
De lidstaten stellen procedurele stappen vast om bij te dragen aan de in artikel 5 genoemde doelstellingen, en houden daarbij rekening met relevante activiteiten en gebruiksfuncties in mariene wateren.
2.
Daarbij moeten de lidstaten:
- a)
rekening houden met de wisselwerking tussen land en zee;
- b)
rekening houden met ecologische, economische en sociale aspecten, alsook met veiligheidsaspecten;
- c)
ernaar streven de samenhang tussen maritieme ruimtelijke planning en het daaruit voortvloeiende plan of de daaruit voortvloeiende plannen en andere processen, zoals geïntegreerd kustbeheer of gelijkwaardige formele of informele processen, te bevorderen;
- d)
de betrokkenheid van de belanghebbenden overeenkomstig artikel 9 garanderen;
- e)
het gebruik van de best beschikbare gegevens organiseren overeenkomstig artikel 10;
- f)
zorgen voor grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 11;
- g)
de samenwerking met derde landen bevorderen overeenkomstig artikel 12.
3.
Maritieme ruimtelijke plannen worden door de lidstaten herzien zoals door hen bepaald, maar ten minste elke tien jaar.