Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 170 bis Verzoek om toelating van de hogere voorziening
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2019
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door de Raad op 09-04-2019.
- Bronpublicatie:
09-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
In de gevallen bedoeld in artikel 58 bis, eerste en tweede alinea, van het Statuut voegt de rekwirant bij zijn verzoekschrift een verzoek om toelating van de hogere voorziening waarin hij uiteenzet welke vraag die belangrijk is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie de hogere voorziening doet rijzen en dat alle gegevens bevat die het Hof nodig heeft om op dit verzoek uitspraak te doen. Indien een dergelijk verzoek ontbreekt, wordt de hogere voorziening niet-ontvankelijk verklaard door de vicepresident van het Hof.
2.
Het verzoek om toelating van de hogere voorziening is niet langer dan zeven bladzijden, opgesteld met inachtneming van het geheel van de vormvoorschriften in de Praktische aanwijzingen voor de partijen inzake bij het Hof aangebrachte zaken, die op basis van dit Reglement zijn vastgesteld.
3.
Indien het verzoek om toelating van de hogere voorziening niet aan de in het vorige lid bedoelde eisen voldoet, stelt de griffier de rekwirant een korte termijn waarbinnen de verzuimen in het verzoek kunnen worden hersteld. Indien de verzuimen niet binnen de gestelde termijn zijn hersteld, beslist de vicepresident van het Hof, op voorstel van de rechter-rapporteur en de advocaat-generaal gehoord, of het niet in acht nemen van het betreffende vormvoorschrift tot de formele niet-ontvankelijkheid van de hogere voorziening leidt.