Regeling optische en geluidssignalen 2009
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2009
- Bronpublicatie:
23-02-2009, Stcrt. 2009, 38 (uitgifte: 25-02-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/191sectorAWW)
- Inwerkingtreding
01-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2009, Stcrt. 2009, 38 (uitgifte: 25-02-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/191sectorAWW)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De politie, de brandweer en de diensten voor spoedeisende medische hulpverlening stellen elk een richtlijn op met betrekking tot de werkzaamheden en de omstandigheden, waarin van de optische en geluidssignalen gebruik mag worden gemaakt.
2.
De in of krachtens de in artikel 1, tweede lid, aangewezen hulpverleningsdiensten verklaren een van de in het eerste lid bedoelde richtlijnen van overeenkomstige toepassing of stellen een richtlijn op met betrekking tot de werkzaamheden en de omstandigheden, waarin van de optische en geluidssignalen gebruik mag worden gemaakt.
3.
De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval:
- a.
de branchespecifieke criteria waaronder met de optische en geluidssignalen mag worden gereden, ter nadere invulling van de in artikel 2 genoemde criteria;
- b.
de prioritering van de meldingen en de rol die de meldkamer speelt bij het verlenen van toestemming om met de optische en geluidssignalen te mogen rijden;
- c.
het branchespecifieke gedrag van de bestuurder;
- d.
de vaardigheden van de bestuurder;
- e.
de opleiding van de bestuurder;
- f.
de manier waarop de vaardigheden van de bestuurder actueel en op peil worden gehouden.
4.
Naast de in het derde lid genoemde eisen bevat de in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn ten aanzien van de bestuurder van het voorrangsvoertuig de volgende eisen:
- a.
het negeren van een rood verkeerslicht gebeurt met een snelheid van maximaal 20 km per uur;
- b.
een vluchtstrook wordt bereden met een snelheid van maximaal 20 km per uur boven de snelheid van het verkeer op de rijbaan, met een snelheid van maximaal 80 km per uur. Wanneer de snelheid van het andere verkeer lager is dan 30 km per uur, mag op de vluchtstrook maximaal 50 km per uur worden gereden;
- c.
de rijbaan wordt bereden met een snelheid van maximaal 40 km per uur boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid. De politie mag hiervan in overleg met de meldkamer in uitzonderlijke gevallen afwijken.