Einde inhoudsopgave
Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Zolang de verplaatsing van de zetel van een rechtspersoon overeenkomstig deze rijkswet nog niet in werking is getreden, kan zij, zelfs indien daarvoor reeds toestemming was verleend, worden ingetrokken door het bestuur van de rechtspersoon, door een daartoe door het bestuur bij notariële akte in de Nederlandse taal aangewezen persoon of door degene die de verplaatsing van de zetel tot stand heeft gebracht. Indien het betreft een vennootschap als bedoeld in het eerste lid van de algemene bepaling, kan de intrekking of de aanwijzing van een tot intrekking bevoegde persoon ook geschieden door de algemene vergadering. Artikel 1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. Door de intrekking vervallen alle overeenkomstig deze rijkswet gedane benoemingen en in de akte van oprichting of in de statuten en reglementen aangebrachte andere veranderingen.
2.
Eveneens kan, zolang de verplaatsing van de zetel van een rechtspersoon overeenkomstig deze rijkswet nog niet in werking is getreden, door de in het vorige lid genoemde personen en organen een nadere wijziging worden aangebracht met betrekking tot benoemingen en andere veranderingen, als bedoeld in de laatste zin van het vorige lid, onder handhaving van de zetelverplaatsing zelf. De nadere wijziging van de andere veranderingen in de akte van oprichting of in de statuten en reglementen behoeft toestemming of bekrachtiging op dezelfde wijze als in deze rijkswet is voorgeschreven ten aanzien van de zetelverplaatsing en de tegelijk daarmede aangebrachte andere veranderingen.
3.
De intrekking en de nadere wijziging, vermeld in de vorige leden, geschieden op straffe van nietigheid bij notariële akte. De akte wordt verleden in de Nederlandse taal.