Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
3.5 Beeindiging van het verblijfsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
27-09-2021, Stcrt. 2021, 42134 (uitgifte: 30-09-2021, regelingnummer: WBV 2021/19)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2021, Stcrt. 2021, 42134 (uitgifte: 30-09-2021, regelingnummer: WBV 2021/19)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND beëindigt het verblijfsrecht van de VK-onderdaan en zijn familielid als de beeindigingsgronden van artikel 20 van het terugtrekkingsakkoord van toepassing zijn. De IND beëindigt ook op grond van artikel 15, lid 3 van het terugtrekkingsakkoord het verblijfsrecht bij afwezigheid uit Nederland van een periode van meer dan vijf jaar. De IND beëindigt het verblijfsrecht als bedoeld in paragraaf B13/3.1 Vc met terugwerkende kracht bij rechtsmisbruik of indien er onjuiste gegevens zijn verstrekt terwijl bekendheid met de juiste gegevens zou hebben geleid tot weigering van het verblijfsdocument, zoals omschreven in paragraaf B10/2.3 Vc.
Indien na de verlening van de verblijfsvergunning als bedoeld in paragraaf B13/3.1 Vc zich tijdens de overgangsperiode nieuwe omstandigheden voordoen op grond waarvan het verblijfsrecht kan worden ingetrokken, zijn de bepalingen van hoofdstuk 6 van richtlijn 2004/38/EG van toepassing. Bij openbare orde is de pleegdatum leidend. Als het misdrijf is gepleegd vóór of op 31 december 2020 geldt het openbare orde criterium als bedoeld in paragraaf B10/2.3 Vc. Indien het misdrijf ná 31 december 2020 is gepleegd geldt het openbare orde criterium als bedoeld in paragraaf B1/6 Vc.