Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992
Artikel 11 [Teruggaaf voor auto's voor het vervoer van rolstoelgebruikers in groepsverband]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2006
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met art. II, onderdelen B, C en D van de Wet van 05-04-2006, Stb. 194.
- Bronpublicatie:
28-06-2006, Stb. 2006, 313 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2006, Stb. 2006, 290 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
1.
De in artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel g, van de wet bedoelde teruggaaf wordt slechts verleend indien:
- a.
de personenauto beschikt over voorzieningen waardoor deze gemakkelijk toegankelijk is voor rolstoelen;
- b.
in de personenauto bevestigingspunten zijn aangebracht voor de rolstoelen, waarmee zij kunnen worden vastgezet, opdat de veiligheid van de rolstoelgebruiker is gewaarborgd; en
- c.
het motorrijtuig uitsluitend wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van rolstoelgebruikers en hun begeleiders van en naar instellingen die zich de zorg voor gehandicapte personen ten doel stellen.
2.
De in artikel 15, vierde lid, van de wet bedoelde aangifte wordt gedaan indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen in het eerste lid, of indien het motorrijtuig binnen zes jaren na het tijdstip waarop het recht op teruggaaf is ontstaan, wordt afgestoten.