Einde inhoudsopgave
Opiumwet
Artikel 8a [Voorschriften ontheffing]
Geldend
Geldend vanaf 17-03-2003
- Redactionele toelichting
Ten aanzien van de verloven die zijn afgegeven voor het tijdstip waarop dit artikel in werking treedt, geldt deze wet zoals deze luidde voor dat tijdstip. De verloven vervallen na afloop van het vierde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin art. I, onderdeel G, van de wet van 13-07-2002, Stb. 520, in werking is getreden.
- Bronpublicatie:
13-07-2002, Stb. 2002, 520 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27874)
- Inwerkingtreding
17-03-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-2003, Stb. 2003, 96 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden om naleving van de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag en het Psychotrope Stoffen Verdrag en de bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften te verzekeren, of om misbruik van een middel als bedoeld in lijst I of II te voorkomen.
2.
In de ontheffing wordt ten minste vermeld:
- a.
- b.
voor welke doeleinden zij wordt verleend;
- c.
op welk perceel of in welke lokaliteit de desbetreffende handelingen mogen plaatsvinden;
- d.
de wijze van opslag;
- e.
de wijze van beveiliging;
- f.
de manier waarop de voorraadadministratie is ingericht.