Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)
Artikel 30 Toetreding
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Na de inwerkingtreding staat deze overeenkomst open voor toetreding van landen die volwaardig lid zijn van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (CEMT). Bij toetreding tot deze overeenkomst van landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, is deze overeenkomst niet van toepassing tussen de overeenkomstsluitende partijen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
2.
Deze overeenkomst staat open voor toetreding van de Republiek San Marino, het Prinsdom Andorra en het Prinsdom Monaco.
3.
Voor iedere staat die tot deze overeenkomst toetreedt na de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 28, treedt deze overeenkomst in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de dag waarop de betrokken staat zijn instrument van toetreding heeft nedergelegd.
4.
Aan iedere staat die tot deze overeenkomst toetreedt na de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 28, kan een periode van maximaal drie jaar worden toegekend voor de vaststelling van bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de in bijlage 1 genoemde richtlijn(en). Het Gemengd Comité wordt van deze maatregelen in kennis gesteld.