Einde inhoudsopgave
Verdrag van Singapore inzake het merkenrecht
Artikel 29 Voorbehouden
Geldend
Geldend vanaf 16-03-2009
- Bronpublicatie:
27-03-2006, Trb. 2007, 23 (uitgifte: 01-02-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-05-2010, Trb. 2010, 145 (uitgifte: 06-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1. [Bijzondere soorten merken]
Niettegenstaande artikel 2, eerste lid, en tweede lid, onderdeel a, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie door middel van een voorbehoud verklaren dat de bepalingen van de artikelen 3, eerste lid, 5, 7, 8, vijfde lid, 11 en 13 niet van toepassing zijn op geassocieerde merken, defensieve merken of afgeleide merken. In dat voorbehoud dient te worden aangegeven op welk van de genoemde bepalingen het voorbehoud betrekking heeft.
2. [Inschrijving in meerdere klassen]
Een Staat of intergouvernementele organisatie, waarvan de wetgeving op het tijdstip van de aanneming van dit Verdrag voorziet in inschrijving in meerdere klassen van waren en in inschrijving in meerdere klassen van diensten, kan, bij toetreding tot dit Verdrag, door middel van een voorbehoud verklaren dat de bepalingen van artikel 6 niet van toepassing zijn.
3. [Inhoudelijk onderzoek ter gelegenheid van vernieuwing]
Niettegenstaande artikel 13, vierde lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie door middel van een voorbehoud verklaren dat het bureau ter gelegenheid van de eerste vernieuwing van een inschrijving met betrekking tot diensten een dergelijke inschrijving aan een inhoudelijk onderzoek kan onderwerpen, mits een dergelijk onderzoek beperkt blijft tot de eliminatie van meerdere inschrijvingen op basis van aanvragen die zijn ingediend gedurende een periode van zes maanden na de inwerkingtreding van de wetgeving van een dergelijke Staat of organisatie die, vóór de inwerkingtreding van dit Verdrag, de mogelijkheid van de inschrijving van dienstenmerken invoerde.
4. [Bepaalde rechten van de licentiehouder]
Niettegenstaande artikel 19, tweede lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie door middel van een voorbehoud verklaren dat zij aantekening van een licentie verlangt als voorwaarde voor rechten die de licentiehouder kan hebben krachtens de wetgeving van die Staat of intergouvernementele organisatie op het deelnemen aan een inbreukprocedure die is ingesteld door de houder of op het verkrijgen, via een dergelijke procedure, van schadevergoeding voor een inbreuk op het merk dat het voorwerp van de licentie is.
5. [Wijze waarop voorbehouden worden gemaakt]
Een voorbehoud ingevolge het eerste tot en met vierde lid wordt gemaakt in een verklaring bij de akte van bekrachtiging van c.q. toetreding tot dit Verdrag van de Staat of intergouvernementele organisatie die het voorbehoud maakt.
6. [Intrekking]
Een voorbehoud ingevolge het eerste tot en met vierde lid kan te allen tijde worden ingetrokken.
7. [Verbod van andere voorbehouden]
Op dit Verdrag kunnen geen andere voorbehouden dan de krachtens het eerste tot en met vierde lid toegestane voorbehouden worden gemaakt.