Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 4 [Begrip nabestaande]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 504 (uitgifte: 16-12-2014, kamerstukken: 33988)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2014, Stb. 2014, 516 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
Sociale zekerheid nabestaanden / Algemeen
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt in afwijking van artikel 3, tweede tot en met zesde lid onder nabestaande mede verstaan de gewezen echtgenoot van een overleden verzekerde, indien:
- a.
het huwelijk anders dan door de dood is ontbonden; en
- b.
de overleden verzekerde onmiddellijk voorafgaand aan het overlijden verplicht is levensonderhoud te verschaffen aan de gewezen echtgenoot op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek krachtens een rechterlijke uitspraak of overeenkomst, vastgelegd in:
- 1°
een notariële akte;
- 2°
een akte mede ondertekend door een advocaat;
- 3°
een akte waarvan door de gewezen echtgenoot aannemelijk wordt gemaakt dat die tot stand is gekomen door de inzet van een bij de echtscheiding betrokken advocaat; of
- 4°
een document opgesteld in overleg tussen de gewezen echtgenoot en de overleden verzekerde door tussenkomst van een bemiddelaar;
en
- c.
de gewezen echtgenoot overeenkomstig de bepalingen in deze wet recht op nabestaandenuitkering zou hebben gehad, indien het overlijden plaats zou hebben gehad op de dag van ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor het eerste lid, onderdeel b, bij ten vierde.