Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/25/EU plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en intrekking Richtlijn 2004/17/EG
Artikel 66 Het bepalen van termijnen
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/25/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/25/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
1.
Bij de vaststelling van de termijnen voor de aanvragen tot deelname en de ontvangst van inschrijvingen moeten aanbestedende instanties in het bijzonder rekening houden met de complexiteit van de opdracht en met de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde tijd, onverminderd de in de artikelen 45 tot en met 49 vastgestelde minimumtermijnen.
2.
Wanneer inschrijvingen slechts kunnen plaatsvinden na een bezoek aan de plaats of na inzage ter plaatse van de documenten waarop die aanbestedingsstukken steunen, worden de termijnen voor ontvangst van de inschrijvingen, die langer zijn dan de in de artikelen 45 tot en met 49 vastgelegde minimumtermijnen, zodanig vastgesteld dat alle betrokken ondernemers de gelegenheid hebben kennis te nemen van de voor het opstellen van de inschrijvingen vereiste informatie.
3.
In de volgende gevallen verlengen de aanbestedende instanties de termijnen voor ontvangst van de inschrijvingen zodat alle betrokken ondernemers kunnen beschikken over alle nodige gegevens voor het opstellen van de inschrijvingen:
- a)
indien, om welke reden dan ook, aanvullende informatie, hoewel tijdig aangevraagd door de ondernemer, niet uiterlijk zes dagen voor de voor de ontvangst van de inschrijvingen gestelde termijn is verstrekt. In het geval van de versnelde openbare procedure als bedoeld in artikel 45, lid 3, bedraagt deze termijn vier dagen;
- b)
indien de aanbestedingsstukken aanzienlijk zijn gewijzigd.
De duur van de verlenging dient evenredig te zijn aan het belang van de informatie of wijziging.
Indien de aanvullende informatie niet tijdig aangevraagd is of het belang voor het opstellen van de inschrijvingen onbetekenend is, hoeven de aanbestedende instanties de termijnen niet te verlengen.