Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/25/EU plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en intrekking Richtlijn 2004/17/EG
Bijlage II Lijst van de in artikel 4, lid 3, bedoelde rechtshandelingen van de unie
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/25/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/25/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
Rechten die zijn verleend door middel van een procedure die voldoende bekendheid garandeert en waarbij de verlening van die rechten gebaseerd was op objectieve criteria, vormen geen ‘bijzondere of uitsluitende rechten’ in de zin van artikel 4 van deze richtlijn. Hieronder volgt een lijst van procedures, waarin passende voorafgaande transparantie wordt verzekerd, voor het verlenen van vergunningen op basis van andere rechtshandelingen van de Unie die geen ‘bijzondere of uitsluitende rechten’ in de zin van artikel 4 van deze richtlijn vormen:
- a)
het verlenen van toestemming om aardgasinstallaties te exploiteren in overeenstemming met de procedures vastgesteld in artikel 4 van Richtlijn 2009/73/EG;
- b)
een vergunning of uitnodiging tot inschrijving voor de bouw van nieuwe installaties voor elektriciteitsproductie in overeenstemming met Richtlijn 2009/72/EG;
- c)
het verlenen van vergunningen met betrekking tot een postdienst die niet is voorbehouden en niet zal worden voorbehouden, in overeenstemming met de procedures vastgesteld in artikel 9 van Richtlijn 97/67/EG;
- d)
een procedure voor het verlenen van een vergunning voor activiteiten die de exploitatie van koolwaterstoffen inhouden, in overeenstemming met Richtlijn 94/22/EG;
- e)
openbaredienstcontracten in de zin van Verordening (EG) nr. 1370/2007 voor het verrichten van openbare diensten inzake personenvervoer per bus, tram, trein of metro, die krachtens artikel 5, lid 3, daarvan op basis van een aanbestedingsprocedure zijn verleend, mits de looptijd ervan in overeenstemming is met artikel 4, lid 3, of artikel 4, lid 4, van die verordening.