Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/36/EU voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider
Artikel 15 Verlenging of hernieuwing van de vergunning met het oog op seizoenarbeid
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/36/EU)
- Inwerkingtreding
29-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/36/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Binnen de overeenkomstig artikel 14, lid 1, vastgestelde maximumperiode en mits is voldaan aan artikel 5 of artikel 6, en de in artikel 8, lid 1, onder b), artikel 8, lid 2, alsmede, indien van toepassing, artikel 8, lid 4, vermelde gronden tot afwijzing niet van toepassing zijn, staan de lidstaten de seizoenarbeiders één verlenging van hun verblijf toe ingeval zij hun arbeidsovereenkomst met dezelfde werkgever verlengen.
2.
De lidstaten kunnen overeenkomstig hun nationale recht besluiten dat seizoenarbeiders hun arbeidsovereenkomst met dezelfde werkgever en hun verblijf meer dan eens mogen verlengen mits de in artikel 14, lid 1, bedoelde maximumduur daardoor niet wordt overschreden.
3.
Binnen de in artikel 14, lid 1, bedoelde maximumperiode en mits is voldaan aan artikel 5 of artikel 6, en de in artikel 8, lid 1, onder b), artikel 8, lid 2, alsmede, indien van toepassing, artikel 8, lid 4, vermelde gronden tot afwijzing niet van toepassing zijn, staan de lidstaten de seizoenarbeiders één verlenging van hun verblijf toe om voor een andere werkgever te werken.
4.
De lidstaten kunnen overeenkomstig hun nationale recht besluiten dat seizoenarbeiders hun arbeidsovereenkomst met een andere werkgever en hun verblijf meer dan eens mogen verlengen mits de in artikel 14, lid 1, bedoelde maximumduur daardoor niet wordt overschreden.
5.
Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4 aanvaarden de lidstaten de indiening van een aanvraag door een krachtens deze richtlijn toegelaten seizoenarbeider die op het grondgebied van de betrokken lidstaat is.
6.
De lidstaten kunnen weigeren het verblijf te verlengen of de vergunning met het oog op seizoenarbeid te hernieuwen wanneer in de betrokken vacature kan worden voorzien door onderdanen van de betrokken lidstaat of door andere burgers van de Unie, dan wel door onderdanen van derde landen die legaal in de lidstaat verblijven. Dit lid geldt onverminderd het beginsel van preferentie voor burgers van de Unie, dat is neergelegd in de desbetreffende bepalingen van de toepasselijke toetredingsakten.
7.
De lidstaten weigeren het verblijf te verlengen of de vergunning met het oog op seizoenarbeid te hernieuwen indien de in artikel 14, lid 1, omschreven maximale verblijfsduur is bereikt.
8.
De lidstaten kunnen weigeren het verblijf te verlengen of de vergunning met het oog op seizoenarbeid te hernieuwen indien de onderdaan van een derde land een verzoek om internationale bescherming overeenkomstig Richtlijn 2011/95/EU of om bescherming overeenkomstig het nationale recht, de internationale verplichtingen of de praktijk van de betrokken lidstaat indient.
9.
Artikel 9, lid 2, en artikel 9, lid 3, onder b), c) en d), zijn niet van toepassing op een seizoenarbeider die overeenkomstig lid 3 van dit artikel een aanvraag indient om in dienst te treden van een andere werkgever indien die bepalingen van toepassingen zijn op de vorige werkgever.
10.
De gronden voor de verlenging van een visum voor kort verblijf zijn vastgesteld in de desbetreffende bepalingen van de Visumcode.
11.
Onverminderd artikel 8, lid 1, wordt in de beslissing over een aanvraag tot verlenging of hernieuwing rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van het geval, waaronder de belangen van de seizoenarbeider en de eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel.