Einde inhoudsopgave
Regeling Jeugdwet
Artikel 6a.7
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
16-08-2016, Stcrt. 2016, 44178 (uitgifte: 24-08-2016, regelingnummer: 1002145-153925-J)
- Inwerkingtreding
25-08-2016, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2016, Stcrt. 2016, 44178 (uitgifte: 24-08-2016, regelingnummer: 1002145-153925-J)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Jeugdbeleid / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
1.
Het college of een door het college aangewezen persoon verwerkt persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 6a.1 tot en met 6a.5 slechts voor zover zij noodzakelijk zijn ten behoeve van:
- a.
het verrichten van formele controle,
- b.
het betalen van het gedeclareerde bedrag, behalve voor zover de formele controle tot de conclusie leidt dat de betaling niet rechtmatig zou zijn, of
- c.
het zonodig bij de declarant opvragen van nadere persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 6a.1 tot en met 6a.5 indien de formele controle uitwees dat betaling van de declaratie niet rechtmatig zou zijn omdat noodzakelijke gegevens ontbreken.
2.
Het college of een door het college aangewezen persoon is bevoegd om bij de declaratie vermelde persoonsgegevens verder te verwerken voor zover dat noodzakelijk is voor:
- a.
het verrichten van materiële controle, of
- b.
het verrichten van fraude-onderzoek.