Einde inhoudsopgave
Regeling Jeugdwet
Artikel 6a.1
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
16-08-2016, Stcrt. 2016, 44178 (uitgifte: 24-08-2016, regelingnummer: 1002145-153925-J)
- Inwerkingtreding
25-08-2016, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2016, Stcrt. 2016, 44178 (uitgifte: 24-08-2016, regelingnummer: 1002145-153925-J)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Jeugdbeleid / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
1.
Een aanbieder die voor een in de wet bedoelde dienst bij een gemeente een bedrag in rekening brengt, vermeldt daarbij de volgende gegevens:
- a.
gegevens ter identificatie van de aanbieder, te weten van die aanbieder:
- 1°
naam en adres,
- 2°
instellingscode,
- 3°
praktijkcode, of
- 4°
zorgverlenerscode;
- b.
het in rekening gebrachte bedrag alsmede de wijze waarop en de termijn waarbinnen de rekening dient te worden voldaan;
- c.
gegevens ter identificatie van de jeugdige ten behoeve van wie de dienst is of zal worden verleend, te weten van die jeugdige:
- 1°
burgerservicenummer, of indien de aanbieder niet over dat nummer kan beschikken,
- 2°
naam, adres en geboortedatum;
- d.
tenzij door of namens het college is aangegeven dat daar geen behoefte aan bestaat: de datum waarop de dienstverlening is aangevangen of naar verwachting zal aanvangen;
- e.
tenzij door of namens het college is aangegeven dat daar geen behoefte aan bestaat: de datum waarop de dienstverlening is beëindigd of naar verwachting zal eindigen;
- f.
het voor het gedeclareerde bedrag relevante aantal eenheden of tijdseenheden gedurende welke de diensten zijn of zullen worden verricht;
- g.
indien verwijzing door een huisarts, medisch specialist of jeugdarts heeft plaatsgevonden, van de desbetreffende arts:
- 1°
naam en adres, of
- 2°
zorgverlenerscode;
- h.
indien in een beschikking van het college is neergelegd dat de jeugdige op de verleende dienst is aangewezen of indien een opdrachtnummer is toegekend: het nummer van de beschikking of het opdrachtnummer.
2.
Een gekwalificeerde gedragswetenschapper die voor een in de wet bedoelde dienst een bedrag in rekening brengt, vermeldt daarbij de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, alsmede om welke dienst het is gegaan, de datum waarop hij zijn dienst heeft verleend en de naam en het adres van degene in wiens opdracht hij de dienst heeft verricht.