Einde inhoudsopgave
Regeling Pensioenwet BES
Artikel 23 Intern model
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2013
- Redactionele toelichting
Samenvoeging van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen en de Beschikking toezichtkosten ondernemingspensioenfondsen. Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-09-2010, Stcrt. 2010, 14692 (uitgifte: 01-10-2010, regelingnummer: AV/PB/2010/18205)
- Inwerkingtreding
10-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2010, Stcrt. 2010, 14692 (uitgifte: 01-10-2010, regelingnummer: AV/PB/2010/18205)
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Toezicht
1.
De Bank kan toestemming verlenen voor de berekening van het vereist eigen vermogen volgens een intern model als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van het Besluit Pensioenwet BES indien het fonds voldoet aan door de Bank gestelde regels ten aanzien van:
- a.
de organisatorische inbedding van het intern model; en
- b.
de te hanteren data en de technische aspecten van het interne model.
2.
Het intern model vormt een integraal onderdeel van het risicomanagement van het fonds.
3.
Voor het vaststellen van het vereist eigen vermogen volgens een intern model gaat het pensioenfonds uit van een stochastische benaderingswijze waarbij het pensioenfonds de risicofactoren bepaalt en rekening houdt met de waarde van de ontwikkeling van activa en passiva in hun onderlinge samenhang.
4.
In een intern model kan gebruik worden gemaakt van elementen of benaderingsmethoden van het standaardmodel, mits deze aan het karakter van het interne model geen afbreuk doen.
5.
Een pensioenfonds dat een intern model hanteert:
- a.
geeft, als de uitkomsten van het intern model verschillen met die van het voorgaande jaar, aan de Bank aan waaruit die verschillen bestaan; en
- b.
dient bij de Bank eens in de 3 jaar een analyse in volgens het standaardmodel, bedoeld in artikel 19.
6.
De Bank kan aan de toestemming, bedoeld in het eerste lid, voorwaarden verbinden.