Einde inhoudsopgave
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
Artikel 20 [Verstrekking persoonsgegevens]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2022
- Bronpublicatie:
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
- Inwerkingtreding
01-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bibob
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Voor zover nodig in afwijking van hetgeen in de Wet open overheid en andere wetten is bepaald ten aanzien van verstrekking van gegevens, verstrekt het Bureau aan derden geen persoonsgegevens die het heeft verkregen in het kader van zijn taak, bedoeld in artikel 9.
2.
Onder derden als bedoeld in het eerste lid worden mede begrepen andere onder de Minister van Justitie en Veiligheid ressorterende dienstonderdelen en andere overheidsdiensten en -instellingen.
3.
In afwijking van het eerste lid kunnen in de volgende gevallen persoonsgegevens worden verstrekt:
- a.
voorzover persoonsgegevens in het advies dienen te worden opgenomen in verband met de noodzakelijke motivering daarvan;
- b.
in de berichtgeving, bedoeld in de artikelen 11 of 11a;
- c.
ten behoeve van de uitoefening van de controlerende of toezichthoudende bevoegdheid van:
- 1°
de Algemene Rekenkamer;
- 2°
de Nationale ombudsman;
- 3°
de Autoriteit persoonsgegevens;
- d.
indien toepassing wordt gegeven aan:
- 1°
de artikelen in het Wetboek van Strafvordering betreffende het vorderen van gegevens,
- 2°
artikel 39 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;
- e.
desgevraagd, ten behoeve van kwaliteitstoetsing, wetenschappelijk onderzoek en statistiek, met dien verstande dat de resultaten daarvan geen persoonsgegevens mogen bevatten en voorzover de persoonlijke levenssfeer van de geregistreerde daardoor niet onevenredig wordt geschaad;
- f.
ten behoeve van rechterlijke procedures of bezwaarprocedures waarbij het Bureau partij is;
- g.
aan een tot oplegging van een bestuurlijke boete bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van het melden van een overtreding;
- h.
aan een opsporingsambtenaar ten behoeve van het doen van aangifte van een begaan strafbaar feit.