Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
08-12-2011, Stb. 2011, 632 (uitgifte: 21-12-2011, kamerstukken: 33022)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2011, Stb. 2011, 632 (uitgifte: 21-12-2011, kamerstukken: 33022)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Inlichtingenverplichting
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister doet een verzoek aan de aangezochte autoriteit van een andere lidstaat voor de invordering van een schuldvordering als bedoeld in artikel 1, tweede lid, mits het in te vorderen bedrag ten minste € 1 500 bedraagt.
2.
Een verzoek tot invordering wordt gedaan door middel van een standaardformulier en gaat vergezeld van een uniforme titel, die beide voldoen aan de in of krachtens de richtlijn gestelde voorwaarden. Voorts kan het verzoek vergezeld gaan van andere, in Nederland afgegeven documenten die betrekking hebben op de schuldvordering.
3.
De uniforme titel wordt tezamen met het verzoek langs elektronische weg verzonden via het CCN-netwerk, met inachtneming van de in of krachtens de richtlijn gestelde voorwaarden.