Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 20a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
30-12-2015, Stcrt. 2015, 47716 (uitgifte: 30-12-2015, regelingnummer: DB/2015/465M)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2015, Stcrt. 2015, 47716 (uitgifte: 30-12-2015, regelingnummer: DB/2015/465M)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
De omstandigheid, bedoeld in artikel 21c, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, blijkt uit de beschikking van de ontvanger waarbij hij het verzoek om uitstel van betaling afwijst omdat naar zijn oordeel:
- –
de betalingsproblemen structureel zijn en het bedrijf van de verbruiker niet voldoende levensvatbaar is; of
- –
uit door de verbruiker verstrekte gegevens blijkt dat het bedrijf van de verbruiker niet voldoende solvabel is.
2.
De datum waarop de omstandigheid, bedoeld in artikel 21c, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, zich voordoet is de datum van de dagtekening van de beschikking waarbij het verzoek om uitstel van betaling onherroepelijk is afgewezen.
3.
Indien het einde van de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 21c, derde lid, van het besluit, niet samenvalt met het einde van een periode waarvoor de leverancier het geleverde aardgas aan de verbruiker in rekening brengt, past de leverancier het tarief, bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de wet, naar evenredigheid toe.