Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1286/2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's)
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2014, PbEU 2014, L 352 (uitgifte: 09-12-2014, regelingnummer: 1286/2014)
- Inwerkingtreding
29-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, PbEU 2014, L 352 (uitgifte: 09-12-2014, regelingnummer: 1286/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Verzekeringsrecht / Europees verzekeringsrecht
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De bevoegdheid om de in artikel 8, lid 4, artikel 16, lid 8, en artikel 17, lid 7, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van drie jaar met ingang van 30 december 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van drie jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 8, lid 4, artikel 16, lid 8 en artikel 17, lid 7, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde, latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.
Een overeenkomstig artikel 8, lid 4, artikel 16, lid 8, of artikel 17, lid 7, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of wanneer zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.