Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 518 quater Evaluatie van het kader voor prudentiële vereisten
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 09-07-2024.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Uiterlijk op 31 december 2028 beoordeelt de Commissie, in nauwe samenwerking met de EBA en de ECB, de algemene situatie van het bankwezen in de eengemaakte markt, en brengt zij aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de geschiktheid van het regelgevings- en het toezichtkader voor de bankensector.
In dat verslag wordt de balans opgemaakt van de hervormingen van de bankensector die na de grote financiële crisis zijn doorgevoerd, en wordt beoordeeld of daarmee een passend niveau van bescherming van deposanten wordt gewaarborgd en de financiële stabiliteit op het niveau van de lidstaten, de bankenunie en de Unie wordt veiliggesteld.
In dat verslag wordt ook gekeken naar alle dimensies van de bankenunie, en meer in het algemeen naar de uitrol van de output floor in het kader van kapitaal- en liquiditeitsvereisten. In dat verband moet de Commissie terdege rekening houden met de desbetreffende verklaringen en conclusies over de bankenunie van zowel het Europees Parlement als de Europese Raad.