Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 519 quinquies Raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts voor effectenfinancieringstransacties
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 09-07-2024.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De EBA brengt, in nauwe samenwerking met de ESMA, uiterlijk op 10 januari 2027 aan de Commissie verslag uit over de vraag of het passend is het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts voor effectenfinancieringstransacties om te zetten in Unierecht als antwoord op de mogelijke opbouw van hefbomen buiten de banksector.
2.
In het in lid 1 bedoelde verslag komt al het volgende aan bod:
- a)
de omvang van hefbomen buiten het bankenstelsel in de Unie en de mate waarin het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts die hefbomen zou kunnen verminderen indien die hefbomen buitensporig zouden worden;
- b)
de materialiteit van de effectenfinancieringstransacties die door instellingen in de Unie worden gehouden en waarop het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts van toepassing is, met inbegrip van de uitsplitsing van die effectenfinancieringstransacties die de ondergrenzen voor minimumhaircuts niet in acht nemen;
- c)
het geschatte effect van het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts voor instellingen in de Unie in de twee door de Raad voor financiële stabiliteit aanbevolen benaderingen, namelijk marktregulering of een strikter eigenvermogensvereiste op grond van deze verordening — in een scenario waarin instellingen in de Unie de haircuts van hun effectenfinancieringstransacties niet zouden aanpassen om aan de ondergrenzen voor minimumhaircuts te voldoen, en het geschatte effect van het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts in een alternatief scenario waarin instellingen in de Unie die haircuts wel zouden aanpassen om aan de ondergrenzen voor minimumhaircuts te voldoen;
- d)
de belangrijkste bepalende factoren voor deze geschatte effecten, alsmede de eventuele onbedoelde gevolgen van de invoering van een ondergrens voor minimumhaircuts op het functioneren van de markten voor effectenfinancieringstransacties in de Unie;
- e)
de omzettingsbenadering die het doeltreffendst zou zijn om de prudentiële doelstellingen van het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts te behalen, gelet op de overwegingen van de punten a) tot en met d) en rekening houdende met het gelijke speelveld in de financiële sector in de Unie.
3.
Op basis van het in lid 1 bedoelde verslag en terdege rekening houdend met de aanbeveling van de Raad voor financiële stabiliteit om het raamwerk ondergrenzen minimumhaircuts uit te voeren voor effectenfinancieringstransacties, alsmede de daarmee samenhangende internationaal overeengekomen standaarden die het BCBS heeft ontwikkeld, dient de Commissie, in voorkomend geval, uiterlijk op 10 januari 2028 een wetgevingsvoorstel in bij het Europees Parlement en de Raad.