Artikel VI

Geldend

Documentgegevens:

Geldend vanaf 12-05-2001

Redactionele toelichting: In het Staatsblad is lid 1 gewijzigd i.p.v. lid 2. Het tijdstip, genoemd in lid 2, is vastgesteld op 11-05-2001 bij het KB van 20-04-2001, Stb. 208.
Bronpublicatie:: 29-06-2000, Stb. 2000, 286 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26873)
Inwerkingtreding: 12-05-2001
Bronpublicatie inwerkingtreding:: 29-06-2000, Stb. 2000, 286 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26873)
Overige regelgevende instantie(s): Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen

1.

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

2.

Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden vastgesteld, waarop deze wet in werking treedt voor de toepassing van:

a.: de Wet op het basisonderwijs;
b.: de Wet op het voortgezet onderwijs;
c.: de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;
d.: de Wet educatie en beroepsonderwijs;
e.: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
f.: de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek;
g.: de TNO-wet;
h.: de Wet studiefinanciering 2000;
i.: de Wet tegemoetkoming studiekosten;
j.: de Les- en cursusgeldwet;
k.: de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;
l.: de Leerplichtwet 1969.

3.

Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden vastgesteld, waarop titel 4.2 van deze wet in werking treedt voor de toepassing van de Mediawet.