Derde tranche Algemene wet bestuursrecht
Artikel V
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
04-12-1997, Stb. 1997, 580 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25464)
20-06-1996, Stb. 1996, 333 (uitgifte: 04-07-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23700 Overheid.nl: 23700)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Degene die volgens het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bevoegd was een besluit te nemen of een andere handeling te verrichten, welke bevoegdheid na dat tijdstip als gevolg van deze wet, de Aanpassingswet derde tranche Awb I of de Aanpassingswet derde tranche Awb II niet meer door hem zou kunnen worden uitgeoefend, behoudt niettemin deze bevoegdheid totdat in overeenstemming met deze wet, de Aanpassingswet derde tranche Awb I of de Aanpassingswet derde tranche Awb II in de bevoegdheid is voorzien, doch niet langer dan dertien weken na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.