Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen
Artikel 7 bis Bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 24-09-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 24-03-2020. Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2019, L 230).
- Bronpublicatie:
08-07-2019, PbEU 2019, L 228 (uitgifte: 04-09-2019, regelingnummer: 2019/1383)
- Inwerkingtreding
24-09-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2019, PbEU 2019, L 228 (uitgifte: 04-09-2019, regelingnummer: 2019/1383)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Wanneer een lidstaat meer dan één entiteit aanwijst als bevoegde autoriteit met de nodige bevoegdheden en toegewezen verantwoordelijkheden voor de certificering van en het toezicht op personen en organisaties die onder deze verordening vallen, moet aan de volgende eisen worden voldaan:
- a)
de bevoegdheidsgebieden van elke bevoegde autoriteit dienen duidelijk te worden omschreven, met name wat betreft verantwoordelijkheden en geografische beperkingen;
- b)
er dient te worden gezorgd voor coördinatie tussen deze autoriteiten om de effectieve certificering van en het toezicht op alle onder deze verordening vallende organisaties en personen te garanderen, binnen hun respectieve bevoegdheden.
2.
De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat het personeel van hun bevoegde autoriteiten geen certificerings- en toezichtactiviteiten verricht wanneer er aanwijzingen zijn dat daardoor direct, dan wel indirect een belangenconflict kan ontstaan, met name als er familiale of financiële belangen in het geding zijn.
3.
Wanneer dit nodig is om certificerings- of toezichtstaken uit te voeren krachtens deze verordening, zijn de bevoegde autoriteiten gemachtigd om:
- a)
de archieven, gegevens en procedures te onderzoeken, alsmede al het andere materiaal dat relevant is voor de uitvoering van de certificerings- en/of toezichtstaken;
- b)
kopieën of uittreksels te maken van deze verslagen, gegevens, procedures en ander materiaal;
- c)
ter plaatse mondelinge toelichting te vragen van deze personeelsleden of organisaties;
- d)
zich toegang te verschaffen tot de door deze personen gebruikte gebouwen en terreinen, vluchtuitvoeringslocaties of vervoersmiddelen;
- e)
audits, onderzoeken, beoordelingen en inspecties, met inbegrip van onaangekondigde inspecties, uit te voeren met betrekking tot die organisaties;
- f)
handhavingsmaatregelen te nemen of te initiëren, al naargelang van toepassing.
4.
De in lid 3 vermelde bevoegdheden worden uitgeoefend overeenkomstig de juridische bepalingen van de desbetreffende lidstaat.