Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:12 [Reikwijdte]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2018
- Bronpublicatie:
09-03-2018, Stb. 2018, 89 (uitgifte: 29-03-2018, kamerstukken: 34770)
- Inwerkingtreding
01-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-2018, Stb. 2018, 176 (uitgifte: 19-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De artikelen 4:13, 4:14, 4:15a, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op beheerders van icbe's met zetel in een andere lidstaat die geen icbe met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in icbe's in Nederland aanbieden, icbe’s met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die instellingen verbonden bewaarders.
2.
De artikelen 4:13, 4:15, 4:15a en 4:17 zijn niet van toepassing op:
- a.
bemiddelaars in verzekeringen met zetel in een andere lidstaat;
- b.
financiëledienstverleners met zetel in een andere lidstaat of een aangewezen staat die het bedrijf van financiële instelling, bank of verzekeraar uitoefenen;
- c.
herverzekeringsbemiddelaars met zetel in een andere lidstaat; en
- d.
premiepensioeninstellingen.
3.
Artikel 4:17 is niet van toepassing op clearinginstellingen met zetel in een aangewezen staat.
4.
Artikel 4:13, het ingevolge artikel 4:14, tweede lid, aanhef en onderdelen a en b, bepaalde en artikel 4:15a zijn niet van toepassing op beleggingsondernemingen die voor de uitoefening van het bedrijf van bank een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben of voor de uitoefening van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben.
5.
De artikelen 4:13 en 4:15a zijn niet van toepassing op financiëledienstverleners die voor de uitoefening van het bedrijf van bank, elektronischgeldinstelling of verzekeraar een door de Nederlandsche Bank dan wel de Europese Centrale Bank verleende vergunning hebben of voor de uitoefening van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben.
6.
De artikelen 4:13, 4:14, 4:15a, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op beheerders van een icbe met zetel in een andere lidstaat die via het verrichten van diensten icbe's met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in icbe's in Nederland aanbieden.
7.
De artikelen 4:13 en 4:15a niet van toepassing op beheerders van een icbe met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor icbe's met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in icbe's in Nederland aanbieden.
8.
De artikelen 4:13, 4:15a en 4:16 zijn niet van toepassing op beheerders van beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat, beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat en de eventueel aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders.
9.
De artikelen 4:13, 4:15a en 4:16 zijn niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat of beheerders met een andere lidstaat als lidstaat van herkomst.
10.
De artikelen 4:13, 4:15, 4:15a en 4:17 zijn niet van toepassing op bemiddelaars in verzekeringen en herverzekeringsbemiddelaars met zetel in Nederland, ten aanzien waarvan de Autoriteit Financiële Markten met de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat is overeengekomen dat die instantie als bevoegde autoriteit optreedt in de zin van artikel 7, eerste lid, van de richtlijn verzekeringsdistributie.
11.
In afwijking van het tweede lid, onderdelen a en c, zijn de artikelen 4:13, 4:15, 4:15a en 4:17 van toepassing op bemiddelaars in verzekeringen en herverzekeringsbemiddelaars met hoofdvestiging in Nederland en zetel in een andere lidstaat, ten aanzien waarvan de Autoriteit Financiële Markten met de toezichthoudende instantie van die andere lidstaat is overeengekomen dat de Autoriteit Financiële Markten als bevoegde autoriteit optreedt in de zin van artikel 7, eerste lid, van de richtlijn verzekeringsdistributie.