Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's
Artikel 5 Voorzitter en vicevoorzitters van het ESRB
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2176)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2176)
- Vakgebied(en)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Het ESRB wordt voorgezeten door de president van de ECB.
2.
De eerste vicevoorzitter wordt door de nationale stemgerechtigde leden van de algemene raad uit hun midden gekozen voor een termijn van vijf jaar, rekening houdend met de noodzaak van evenwichtige vertegenwoordiging van de lidstaten tussen deelnemende lidstaten in de zin van artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (1) en niet-deelnemende lidstaten. De eerste vicevoorzitter kan eenmaal worden herkozen.
3.
De tweede vicevoorzitter is de voorzitter van het Gemengd Comité, zoals benoemd overeenkomstig artikel 55, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010.
4.
De voorzitter en de vicevoorzitters lichten op een openbare hoorzitting van het Europees Parlement toe hoe zij voornemens zijn hun taken uit hoofde van deze verordening uit te oefenen.
5.
De voorzitter zit de vergaderingen van de algemene raad en van het stuurcomité voor.
6.
Als de voorzitter een vergadering niet kan bijwonen, zitten de vicevoorzitters, in volgorde van rangorde, de vergaderingen van de algemene raad en/of van het stuurcomité voor.
7.
Als de ambtstermijn van een lid van de algemene raad van de ECB dat als eerste vicevoorzitter is verkozen, verstrijkt vóór het einde van de termijn van vijf jaar, of als de eerste vicevoorzitter om welke reden ook zijn taken niet kan vervullen, wordt overeenkomstig lid 2 een nieuwe eerste vicevoorzitter verkozen.
8.
De voorzitter is belast met de externe vertegenwoordiging van het ESRB. De voorzitter kan aan de eerste vicevoorzitter of, indien de eerste vicevoorzitter niet beschikbaar is en waar passend, aan de tweede vicevoorzitter of aan het hoofd van het secretariaat, bepaalde taken, zoals met betrekking tot de externe vertegenwoordiging van het ESRB, waaronder de presentatie van het werkprogramma, delegeren. Taken in verband met de verantwoordingsplicht en de rapportageverplichtingen van het ESRB op grond van artikel 19, leden 1, 4 en 5, kunnen niet worden gedelegeerd.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).