Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/109/EG transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (Transparantierichtlijn)
Artikel 27 Comité
Geldend
Geldend vanaf 04-01-2011
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 331 (uitgifte: 15-12-2010, regelingnummer: 2010/78/EU)
- Inwerkingtreding
04-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 331 (uitgifte: 15-12-2010, regelingnummer: 2010/78/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 2001/528/EG ingestelde Europees Comité voor het effectenbedrijf.
2.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit, met dien verstande dat de volgens deze procedure vastgestelde uitvoeringsmaatregelen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet mogen wijzigen.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
2 bis.
De bevoegdheid om de in artikel 2, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 9, lid 7, artikel 12, lid 8, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 5, artikel 19, lid 4, artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 4, artikel 23, lid 5, en artikel 23, lid 7, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar vanaf 4 januari 2011. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden vóór het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad haar intrekt overeenkomstig artikel 27 bis.
2 ter.
Wanneer de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.
2 quater.
De aan de Commissie verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden in de artikelen 27 bis en 27 ter.
3.
Uiterlijk op 31 december 2010, en vervolgens ten minste om de drie jaar, toetst de Commissie de bepalingen betreffende haar uitvoeringsbevoegdheden en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking van deze bevoegdheden. In dit verslag wordt met name onderzocht of het noodzakelijk is dat de Commissie op deze richtlijn wijzigingen voorstelt teneinde een passende reikwijdte van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden te waarborgen. De conclusie volgens welke een wijziging al dan niet noodzakelijk is, wordt nader gemotiveerd. Indien noodzakelijk gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van de bepalingen betreffende de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.