Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 167/2013 goedkeuring van en markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen
Artikel 24 Algemene bepalingen
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2013
- Bronpublicatie:
05-02-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 167/2013)
- Inwerkingtreding
22-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 167/2013)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Goedkeuringsinstanties verlenen pas EU-typegoedkeuring nadat zij de in artikel 28 bedoelde regelingen voor de overeenstemming van de productie en de overeenstemming van het type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid met de van toepassing zijnde voorschriften hebben geverifieerd.
2.
EU-typegoedkeuringen worden overeenkomstig dit hoofdstuk verleend.
3.
Indien een goedkeuringsinstantie van oordeel is dat een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid, ook al voldoet het of zij aan de wettelijke voorschriften, een ernstig gevaar voor de veiligheid vormt dan wel het milieu of de volksgezondheid ernstig kan schaden, of een ernstig gevaar voor de inzittendenveiligheid betekent, kan zij de EU-typegoedkeuring ervan weigeren. Zij zendt de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten en de Commissie dan onmiddellijk een gedetailleerd dossier met opgave van de redenen voor haar besluit en bewijsmateriaal voor haar bevindingen.
4.
De EU-typegoedkeuringscertificaten worden genummerd volgens een geharmoniseerd systeem dat de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen heeft vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 69, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De eerste van deze uitvoeringshandelingen worden uiterlijk 31 december 2014 vastgesteld.
5.
Binnen een maand na afgifte van het EU-typegoedkeuringscertificaat zendt de goedkeuringsinstantie de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten door middel van een gemeenschappelijk beveiligd systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens een afschrift toe van het EU-typegoedkeuringscertificaat, inclusief de bijlagen, voor ieder voertuigtype waaraan zij goedkeuring heeft verleend. Het afschrift mag ook de vorm van een elektronisch bestand hebben.
6.
De goedkeuringsinstantie stelt de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten onverwijld in kennis van de door haar geweigerde of ingetrokken goedkeuringen van voertuigen, met opgave van de redenen voor haar besluit.
7.
Om de drie maanden zendt de goedkeuringsinstantie de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten een lijst van de EU-typegoedkeuringen van systemen, onderdelen of technische eenheden die zij in de voorafgaande periode heeft verleend, gewijzigd, geweigerd of ingetrokken.
8.
Op verzoek van een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat zendt de goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, de eerstgenoemde instantie binnen een maand na ontvangst van dat verzoek door middel van een gemeenschappelijk beveiligd systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens een afschrift van het aangevraagde EU-typegoedkeuringscertificaat, inclusief de bijlagen. Het afschrift mag ook de vorm van een elektronisch bestand hebben.
9.
Indien de Commissie hierom verzoekt, verstrekt de goedkeuringsinstantie de in de leden 5 tot en met 8 bedoelde gegevens ook aan de Commissie.
10.
De goedkeuringsinstantie stelt een informatiepakket samen dat bestaat uit het informatiedossier plus de testrapporten en alle andere documenten die de technische dienst of de goedkeuringsinstantie tijdens de uitvoering van hun taken aan het informatiedossier hebben toegevoegd. Het informatiepakket bevat een inhoudsopgave, genummerd of voorzien van andere tekens zodat alle pagina's en de opzet van ieder document duidelijk worden aangegeven; dit document geeft een overzicht geeft van de opeenvolgende stappen in het beheer van de EU-typegoedkeuringsprocedure, met name de data van herzieningen en bijwerkingen. De goedkeurende instantie houdt de informatie in het informatiepakket ter beschikking gedurende een periode van tien jaar na afloop van de geldigheid van de desbetreffende goedkeuring.