Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het Energiehandvest
Artikel 33 Protocollen en verklaringen uit hoofde van het Energiehandvest
Geldend
Geldend vanaf 16-04-1998
- Bronpublicatie:
17-12-1994, Trb. 1995, 250 (uitgifte: 03-10-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-04-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-1998, Trb. 1998, 78 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
De Conferentie van het Handvest kan machtiging verlenen voor onderhandelingen over een aantal protocollen of verklaringen uit hoofde van het Energiehandvest om de doelstellingen en beginselen van het Handvest te verwezenlijken.
2.
Iedere Ondertekenende Partij bij het Handvest kan aan dergelijke onderhandelingen deelnemen.
3.
Een Staat of een regionale organisatie voor economische integratie kan geen partij bij een protocol of verklaring worden, tenzij hij/zij Ondertekenende Partij bij het Handvest en Verdragsluitende Partij bij dit Verdrag is of dit tegelijkertijd wordt.
4.
Behoudens het derde lid en het zesde lid, letter a, worden de slotbepalingen die van toepassing zijn op een protocol in dat protocol vastgesteld.
5.
Een protocol is alleen van toepassing op de Verdragsluitende Partijen die zich daaraan gebonden verklaren en laat de rechten en verplichtingen van de Verdragsluitende Partijen die geen partij bij het Protocol zijn, onverlet.
6
a.
Bij een protocol kunnen taken aan de Conferentie van het Handvest en functies aan het Secretariaat worden opgedragen, met dien verstande dat dit niet door middel van een wijziging van het protocol mag geschieden tenzij die wijziging wordt goedgekeurd door de Conferentie van het Handvest; deze goedkeuring is niet onderworpen aan krachtens het bepaalde in letter b) toegestane bepalingen van het protocol.
b.
Bij een protocol waarbij wordt voorzien in door de Conferentie van het Handvest te nemen beslissingen kan, behoudens het bepaalde in letter a, ten aanzien van deze beslissingen:
- i.
een andere stemprocedure dan die van artikel 36 worden vastgesteld;
- ii.
worden bepaald dat alleen partijen bij het protocol als Verdragsluitende Partijen in de zin van artikel 36 of als stemgerechtigd krachtens de voorschriften van het protocol worden beschouwd.