Einde inhoudsopgave
Wet bescherming Antarctica
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2005
- Bronpublicatie:
26-05-2005, Stb. 2005, 282 (uitgifte: 14-06-2005, kamerstukken: 29421)
- Inwerkingtreding
01-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2005, Stb. 2005, 320 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Ministers trekken een vergunning voor een activiteit geheel of gedeeltelijk in indien de activiteit ontoelaatbaar nadelige gevolgen voor het Antarctisch milieu veroorzaakt of dreigt te veroorzaken, en door wijziging van de vergunning het optreden van die gevolgen onvoldoende kan worden voorkomen.
2.
Onze Ministers trekken een vergunning in, voor zover regels, vastgesteld krachtens artikel 5, hiertoe verplichten.
3.
Een ieder kan Onze Ministers verzoeken een vergunning met toepassing van het eerste lid in te trekken.
4.
Met betrekking tot een beslissing als bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 13 tot en met 19 van overeenkomstige toepassing.
5.
Op de voorbereiding van de beschikking krachtens het eerste lid zijn afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing.