Einde inhoudsopgave
Wet herziening gerechtelijke kaart
Artikel CVI (Overgangsrecht nevenlocaties)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht / Algemeen
Binnen het rechtsgebied van een gerecht gelegen nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen die bij of krachtens de Wet op de rechterlijke organisatie, zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, waren aangewezen, worden, voor zover zij niet met ingang van die dag krachtens artikel 21b, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie bij algemene maatregel van bestuur als zittingsplaats zijn aangewezen, aangemerkt als zittingsplaatsen die krachtens artikel 21b, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie door de minister zijn aangewezen.