Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 8.50 [Verantwoordelijkheid voor de nazorg]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
1.
Het bevoegd gezag is belast met de maatregelen, bedoeld in artikel 8.49.
2.
Het bevoegd gezag kan de zorg voor de uitvoering van de werkzaamheden die verband houden met de in artikel 8.49 bedoelde maatregelen, opdragen aan een daartoe door hem aangewezen rechtspersoon of instantie.
3.
In afwijking van het eerste lid berust de zorg voor de uitvoering van de werkzaamheden die verband houden met de in artikel 8.49 bedoelde maatregelen met betrekking tot:
- a.
gesloten stortplaatsen waar baggerspecie is gestort en die worden gedreven of mede worden gedreven door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, bij die minister;
- b.
gesloten afvalvoorzieningen waarin zich een mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 1, onder n, van de Mijnbouwwet bevindt, bij degene die de winningsafvalvoorziening het laatst heeft gedreven.
4.
Op verzoek van degene die een bedrijfsgebonden stortplaats het laatst heeft gedreven, wordt bij het al dan niet toepassen van het tweede lid rekening gehouden met de mogelijkheid die zorg aan die persoon op te dragen.